Rapport bevraging ouders over buitenschoolse kinderopvang

Zoeken

Rapport bevraging ouders over buitenschoolse kinderopvang
Inhoud

AANBEVELINGEN
OPZET EN DUIDING VAN DE BEVRAGING EN HET RAPPORT
RESULTATEN
•    GEGEVENS RESPONDENTEN
•    AARD EN FREQUENTIE VAN DE OPVANG
•    KOSTPRIJS EN BETALINGSMODALITEITEN VAN DE OPVANG
•    ORGANISATIE VAN DE OPVANG
•    TEVREDENHEID
•    VRIJE REACTIES

Aanbevelingen

1.    Ouders wensen een goede mix tussen: een aanbod voor hun kinderen tijdens de opvang versus de mogelijkheid tot vrije invulling van de tijd door de kinderen zelf. In de bevraging valt op dat er zowel voor- als tegenstanders zijn van een ver doorgedreven aanbod. De kunst zal eruit bestaan de gulden middenweg te vinden.
2.    Ouders vragen betaalbare opvang, waarbij rekening gehouden wordt met de regelgeving rond het te betalen bedrag. Een verrekening per kwartier ervaren ouders als eerlijker ten opzichte van te moeten betalen per begonnen uur.
3.    Scholen passen soms de uren van de opvang aan. Dit brengt ouders soms in problemen met hun werk. Het is belangrijk dat scholen de stem van ouders horen voor er aanpassingen gebeuren aan de buitenschoolse opvang. Scholen houden best rekening met de afstemming van de openingstijden met de werktijden van de ouders. Vooral éénoudergezinnen zijn hierbij gebaat.

Opzet en duiding van de bevraging en het rapport

Op 9 mei 2019 lanceerde de VCOV een bevraging voor ouders over de buitenschoolse kinderopvang. De bevraging werd afgesloten op 27 mei 2019.

Met buitenschoolse kinderopvang wordt de opvang buiten de schooluren bedoeld:
- voor schooltijd,
- na schooltijd,
- op woensdagnamiddag,
- op vrije dagen buiten de schoolvakanties, bijv. pedagogische studiedagen,
- tijdens de schoolvakanties.

De bevraging ging over bovenvermelde soorten opvang en niet over de verplichte opvang die de school biedt gedurende een kwartier voor en een kwartier na de les. De bevraging ging niet over het middagtoezicht.

De verspreiding van de bevraging gebeurde via e-mail en de sociale media. Op deze manier vonden we 787 mensen bereid deel te nemen; 639 daarvan voltooiden de bevraging.

De VCOV beschikt niet over de middelen om een bevraging wetenschappelijk op te stellen en te analyseren. Doordat 639 respondenten de bevraging volledig invulden, geeft de bevraging echter een goede indicatie van wat ouders over de buitenschoolse kinderopvang denken. Het rapport is een weergave van de resultaten en daaruit afgeleide conclusies. Door middel van aanbevelingen wil de VCOV constructieve feedback geven.

Resultaten

Gegevens respondenten
De meerderheid van de respondenten (94,20% of N=601) geeft aan kinderen in het gewoon basisonderwijs te hebben. Dit is volgens de verwachtingen gezien het onderwerp van de bevraging. 20,69% (N=132) heeft kinderen in het gewoon secundair onderwijs. Het buitengewoon onderwijs is beperkt vertegenwoordigd met 2,51% ouders met kinderen in het buitengewoon basisonderwijs (N=16) en 0,63% (N=4) ouders met kinderen in het buitengewoon secundair onderwijs. 2,19% van de respondenten (N=14) heeft geen kinderen (meer) in het basis- of secundair onderwijs.

De ouders met kinderen in het secundair onderwijs werden gevraagd of de school van hun kinderen ondersteunend personeel inzet om studie in te richten. 62,72% (N=106) antwoordt bevestigend, 13,61% (N=23) ontkent en 23,67% (N=40) weet het niet.
Het ondersteunend personeel dat de studie begeleidt, houdt enkel toezicht. Studie is niet hetzelfde als opvang, maar vervult deels wel dezelfde functie door het tijdstip, m.n. na schooltijd. 

9,28% (N=58) van de respondenten is een alleenstaande ouder. 90,72% (N=567) is ouder in een 2-ouder gezin. Dit is belangrijk om in het achterhoofd te houden wanneer verder in dit rapport de kostprijs van de opvang aan bod komt.

Ook het aantal kinderen dat gebruik maakt van de opvang is belangrijk in relatie tot de kostprijs. Meer dan de helft van de respondenten zegt dat er 2 of meer kinderen in zijn/haar gezin gebruik maken van buitenschoolse kinderopvang.


Tabel 1: aantal kinderen in het gezin dat gebruik maakt van buitenschoolse kinderopvang.


Aard en frequentie van de opvang

Meer dan 80% van de respondenten geeft aan dat zijn/haar kinderen gebruik maken van de naschoolse opvang. 40,29% (N=253) doet dat (bijna) altijd; 41,08 (N=258) af en toe. Bijna een derde van de respondenten meldt dat zijn/haar kinderen gebruik maken van studie- en huiswerkbegeleiding na school. 12,39% (N=70) doet dat (bijna) altijd; 20,00% (N=113) af en toe.

Bijna de helft van de gezinnen maakt gebruik van de voorschoolse opvang. 22,20 (N=135) maakt er (bijna) altijd gebruik van; 25,33% (N=154) af en toe. Heel wat kinderen moeten dus vroeg uit de veren, ontbijten en zich klaar maken om, nog voor de schooldag begint, al naar de opvang te gaan.

Op woensdagnamiddag maakt 11,90% (N=70) van de gezinnen (bijna) altijd gebruik van de opvang; 21,09% (N=124) doet dat af en toe. Samen goed voor een derde van de gezinnen.

Tijdens schoolvakanties maakt twee derde van de gezinnen gebruik van de opvang. 26,67 (N=164) doet dat (bijna) altijd; 39,84% (N=245) af en toe. Met 15 weken schoolvakantie per kalenderjaar is dit niet onverwacht (9 weken zomervakantie, 1 week herfstvakantie, 2 weken kerstvakantie, 1 week krokusvakantie en 2 weken paasvakantie).

Op vrije dagen buiten de schoolvakanties maakt 12,58% (N=75) (bijna) altijd gebruik van de opvang; 29,70% (N=177) maakt er af en toe gebruik van. De VCOV stelt vast dat pedagogische studiedagen meer en meer op woensdag gepland worden. Willen ouders hier verlof voor opnemen, dan is dat vaak een hele dag. Het aantal verlofdagen dat ouders kunnen opnemen in de schoolvakanties verkleint hierdoor.

Opvang door familieleden, zoals bijv. de grootouders, is gebruikelijk bij de respondenten. 22,44% (N=140) doet (bijna) altijd beroep op hen; 60,10% (N=375) af en toe. Samen goed voor meer dan 82%. De VCOV vraagt zich af of deze vorm van opvang in de toekomst houdbaar is? De pensioenleeftijd gaat immers omhoog wat maakt dat grootouders niet op hun kleinkinderen kunnen passen omdat ze zelf nog werken. Bovendien is het steeds minder evident dat kinderen in de buurt van hun ouders gaan wonen. De grotere afstand maakt opvang van de kleinkinderen minder vanzelfsprekend dan vandaag blijkbaar het geval is.

Vrienden, buren… springen mee in, maar slechts 1,68% (N=10) meldt dat dit (bijna) altijd gebeurt. 24,03% (N=143) meldt dat dit af en toe gebeurt. 74,29% (N=442) respondenten maken nooit gebruik van vrienden, buren… voor de opvang van hun kinderen. De VCOV ziet hier een verarming in van het sociaal weefsel dat mensen opbouwen. Veranderen de relaties tussen mensen of zijn er meer mensen aan het werk?

Een nanny of oppas inschakelen is niet gebruikelijk bij de respondenten. Slechts 1,86% (N=11) doet het (bijna) altijd; 8,11% (N=48) af en toe.

De bevraging toont aan dat de respondenten vaak beroep doen op buitenschoolse opvang na school. Naar aantal dagen per week is 3 dagen per week met 21,24% (N=130) het meest genoemde aantal dagen. Daarna volgen 2 dagen per week (17,48% of N=107), 1 dag (16,67% of N=102), 4 dagen (15,20% of N=93) en 5 dagen (10,62% of N=65).
De bevraging toont aan dat ongeveer 80% van de ouders minstens 1 keer per week gebruik maakt van de naschoolse opvang.

De cijfers liggen lager voor de voorschoolse opvang: 1 dag - 12,41% (N=72), 2 dagen – 9,31% (N=54), 3 dagen – 6,72% (N=39), 4 dagen – 7,07% (N=41) en 5 dagen – 11,38% (N=66). De VCOV vraagt zich af of dit zal veranderen. Een job dicht bij huis is niet zo vanzelfsprekend en mensen zijn steeds langer onderweg naar hun werk met de toenemende verkeersdrukte.

Tabel 2: aantal keer per week dat het kind of de kinderen gebruik maken van de opvang.

Deze hoge cijfers van gebruik maken een pleidooi voor betaalbare opvang meer dan verantwoord.


Kostprijs en betalingsmodaliteiten van de opvang

"Als je een groot gezin hebt, is de kostprijs zo groot dat er van mijn loon niet veel overbleef. Alleszins niet genoeg om de stress, organisatieproblemen en gebrek aan flexibiliteit te compenseren. Daarom heb ik er voor gekozen om mijn job op te geven en voor de kinderen te zorgen. Dat is de prijs die wij betalen voor tijd en rust in ons gezin."

Bijna een derde van de ouders (31,88% of N=198) zegt dat de kostprijs van de voor- en naschoolse opvang tussen de 1,00 en 2,00 euro per uur ligt. 7,25% (N=45) zegt zelfs meer dan 2,00 euro per uur te betalen. 28,99% (N=180) betaalt tussen de 0,50 en 1,00 euro per uur. Bij 4,83% (N=30) ligt de prijs lager dan 0,50 euro per uur. Opmerkelijk is dat meer dan 1 op 4 ouders de prijs niet weet (25,93% of N=161). We moeten echter opmerken dat het mogelijk is dat ouders wiens kind geen gebruik maakt van de opvang, deze antwoordoptie aangeduid hebben.

Tabel 3: prijs van de voor- en naschoolse opvang.

Naast de prijs per uur, bevroegen we de ouders over hoeveel ze gemiddeld per kind en per maand uitgeven aan buitenschoolse kinderopvang (schoolvakanties niet inbegrepen). Voor bijna 1 op 3 ouders ligt dit bedrag tussen de 1 en 25 euro (31,32% of N=197). Voor bijna 1 op 4 ouders is dit tussen 25 en 50 euro (24,17% of N=152). 1 op 10 ouders spendeert maandelijks tussen 50 en 75 euro aan kinderopvang per kind (10,81% of N=68). 1 op 20 ouders besteedt er tussen 75 en 100 euro aan (4,61% of N=29). 2,07% (N=13) duidde tussen 100 en 125 euro aan als antwoord. 4,13% (N=26) meer dan 125 euro.


Tabel 4: gemiddelde uitgave per maand per kind aan buitenschoolse kinderopvang (schoolvakanties niet inbegrepen).

Deze vraag peilde naar de kost per kind. Eerder noteerden we dat meer dan de helft van de respondenten 2 of meer kinderen heeft die gebruik maken van opvang. Aangezien we niet peilden naar het inkomen van de respondenten, kan er niets gezegd worden over de impact die de opvang heeft op het gezinsbudget. De VCOV pleit wel voor een billijke kost. Een maatschappij die vraagt dat zoveel mogelijk mensen beroepsactief zijn, moet ook tegemoet komen aan de vraag naar kinderopvang.

In het basisonderwijs is het niet evident de kostprijs laag te houden omdat de kosten van het toezichthoudend personeel hoog oplopen. 

De meest gebruikte betalingsmogelijkheid is via maandelijkse overschrijving (84,10% of N=492). Voorafbetaling via een knipkaart of dergelijke is weinig gebruikelijk (2,91% of N=17).

Organisatie van de opvang

"Wij hebben fantastische opvang met studie. Ik ben blij dat het op school kan en ze zich niet moeten verplaatsen."

In meer dan de helft van de gevallen richt de gemeente of de stad de buitenschoolse opvang in (52,67% of N=325). In 26,26% (N=162) is de school volgens de respondenten de inrichter.

Hoewel de gemeente/stad in meer dan de helft van de gevallen de opvang inricht, vindt de opvang volgens 47,22% (N=289) plaats in de school, in 36,76 (N=225) op een andere plaats. Ook mengvormen komen voor (16,01% of N=98).

Ouders verkiezen dat de opvang op school plaatsvindt. De kinderen moeten dan voor of na school niet meer verhuizen van locatie. Er zijn ook materiële aspecten die maken dat ouders opvang op de school verkiezen, bijv. de fiets die niet meekan op de bus.

2 op 3 ouders weten niet of de opvang open staat voor kinderen met een handicap (75,52% of N=469). 1 op 5 meent van wel (21,74 of N=135). 2,74% of N=17 zegt dat de opvang niet open staat voor kinderen met een handicap.

Tevredenheid

"We zijn heel blij dat we zo gerust kunnen zijn dat het met ons kind goed gaat op 't moment dat wij nog op de werkvloer moeten staan.  Ons kind voelt zich er ook heel goed."

De bevraging bevatte een uitgebreide matrix die peilde naar de tevredenheid van de respondenten over verschillende aspecten van de opvang. Op 1 aspect na, nl. slaapgelegenheid voor de allerkleinsten, scoorde alle aspecten zeer hoog. Hieruit kunnen we besluiten dat ouders heel tevreden zijn over de buitenschoolse opvang.

Tabel 5: Mate van tevredenheid op een schaal van 1 tot 4.

Vrije reacties 
Op het einde van de bevraging hadden de respondenten de mogelijkheid om nog iets mee te delen in verband met buitenschoolse kinderopvang. 19,09 (N=122) maakte hier gebruik van. De meeste reacties kunnen in 1 van 7 categorieën ondergebracht worden. Over de communicatie werd er, tegen de verwachtingen in, slechts 1 opmerking gemaakt.

Figuur 1: verhouding opmerkingen per rubriek.

1.    Openingstijden
"Na schoolse opvang is tot 17h30, wat lastig is voor mensen die werken tot 17h30 - 18h
Hierdoor heb ik een aparte regeling moeten treffen met werkgever"

Een deel van de ouders gebruikte de bevraging om te pleiten voor een uitbreiding van de openingstijden. De combinatie werk – school is voor sommige ouders moeilijk, onder andere in één-oudergezinnen. Daarnaast 'kiezen' enkele ouders verplicht voor een 4/5-statuut (soms meer) om hun kinderen zelf op te vangen. Hiervoor is overleg nodig met de werkgever.
De vakantieperiode is een moeilijke periode voor werkende ouders. Vaak zijn er geen voorzieningen tijdens bepaalde periodes, waardoor ouders zelf voor een creatieve oplossing moeten zorgen.
Vanuit verschillende hoeken vraagt men meer pedagogische studiedagen om het leerkrachtenteam te professionaliseren. Een structurele en betaalbare opvang voor kinderen van werkende ouders zou hier wenselijk zijn.

2.    Plaats
"Bij de start van de inschrijvingen zijn er heel veel ouders die het systeem misbruiken door in één klik alle dagen van het jaar te reserveren. Ze cancellen daarna week na week de dagen die ze niet nodig hebben. Ze doen dit natuurlijk omdat er te weinig plaatsen beschikbaar zijn en zo zeker te zijn dat hun kinderen op de lijst staan. Het resultaat is dat wij heel vaak op een reservelijst belandden en soms op zoek moesten naar alternatieve opvang (of zelfs verlof nemen)."
Net zoals een vraag naar voldoende ruime openingstijden, is er een bekommernis voor voldoende plaatsen. Ouders vragen genoeg plaatsen tijdens het schooljaar en tijdens de vakantieperiodes.
Een reserveringssysteem zorgt soms voor misbruik. Sommige ouders reserveren plaatsen die ze uiteindelijk niet gebruiken of annuleren. Hierdoor komen andere ouders in de problemen. Hier past een warme oproep naar respect en solidariteit.

3.    Kwaliteit
"Veel opvang bestaat uit vrij spel onder toezicht. Dat is prima voor even, maar niet van 15u20 tot 18u."
Een groot deel van de ouders geeft aan dat de persoon die de opvang uitoefent, bepaalt hoe de kwaliteit van opvang ervaren wordt. Daarnaast is de grootte van de groep kinderen en het aantal begeleiders belangrijk.
Ouders vragen een aanbod van zinvolle activiteiten voor de kinderen. Sommige kinderen overbruggen een substantiële tijd in de opvang. Veilige lokalen, goede communicatie en consequente afspraken maken het kwaliteitsbeeld compleet.

4.    Financieel
"De prijs van de vrijblijvende activiteiten tijdens de opvang is heel uiteenlopend: van 1 euro/lesje voor begeleide sport- en spelactiviteiten tot 290 euro voor 10 typelessen. Voor de goedkope activiteiten is er nooit voldoende plaats. "
Voor sommige ouders is de bijdrage billijk, voor anderen betekent de opvang een serieuze hap uit het gezinsbudget. Sommige ouders geven ook grote regionale prijsverschillen aan of dat er 'bijbetaald' moet worden voor extra activiteiten.

5.    Organisatie
"We zijn vooral niet zo tevreden over het gebrek aan flexibiliteit, nl. dat je vóór donderdag van de week ervoor moet ingeschreven hebben voor de daaropvolgende week; en dat dan bovendien de opvang vaak volzet is, dus dat je eigenlijk nog verder op voorhand moet inschrijven...
Verder is het nog wat vervelend dat de fiets van een kleuter niet mee mag naar de naschoolse opvang, waardoor je die ofwel buiten de school moet achterlaten ofwel 's anderendaags niet aan de fiets kan."

Een groot deel van de respondenten vraagt om de opvang te organiseren binnen de schoolmuren omwille van tijdsbesparing en de gekende omgeving voor hun kinderen. Enkele vinden echter het tegenovergestelde. Beide groepen geven aan dat het aanbod, veiligheid en goede organisatie belangrijk zijn.
Een groep ouders ondervindt moeilijkheden met de wijze waarop ze de opvang moeten reserveren, vaak complex en weinig transparant.
Tegenstrijdige afspraken tussen school en opvang maken het extra moeilijk voor ouders. Vaak gaat dit over praktische zaken, zoals fietsgebruik, het meebrengen van knutselmateriaal...
Wanneer scholen beslissen om de schooluren aan te passen, brengt dit sommige ouders in problemen. Soms betekent dit dat kinderen langer in de opvang moeten blijven. Dit brengt weer extra kosten mee voor ouders.

6.    Aanbod activiteiten
"Af en toe is er mogelijkheid tot combinatie met een sportactiviteit of dactylo, het gaat om enkele keren per jaar, de absolute uitzondering dus en dat is een gemiste kans."
Ouders vinden een zinvolle bezigheid voor hun kinderen tijdens de opvang belangrijk. Een aanzienlijke groep suggereert om sportactiviteiten aan te bieden of de mogelijkheid muziek te spelen.
Maak van opvang geen verloren tijd, wel zinvolle 'leer-' en/of 'leef-'tijd.


Heb je een vraag voor VCOV? Contacteer ons!

Feedback geven