(V)echtscheiding op school: de rol van de ouderwerking

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
(V)echtscheiding op school

Ongeveer 1 op de 5 Vlaamse kinderen heeft gescheiden ouders. Bij nog eens ongeveer 1 op de 5 van die kinderen gaat de scheiding gepaard met ernstige conflicten tussen de ex-partners. Dat betekent, grosso modo, dat er in elke klas van 25 leerlingen 1 leerling betrokken is bij een vechtscheiding. De impact op het emotioneel welzijn van deze leerlingen is enorm groot, zo groot dat het leren en ontwikkelen in het gedrag kunnen komen. De school en de leraren worden (ongewild) betrokken: enerzijds door de zorg voor het welzijn van de leerling, anderzijds door de praktische en juridische implicaties die elke echtscheiding met zich meebrengt.

In 2018 organiseerden Katholiek Onderwijs Vlaanderen en de VCOV een studiedag voor hun medewerkers over dit thema: ‘(V)echtscheidingen: samen nadenken over wegwijzers voor ouders en schoolteam’. Lieselot Vantuyckom verschafte inzicht in de wetgeving. Ludo Driesen belichtte de psychosociale, emotionele kant.  

Ook ouderwerkingen kunnen een rol opnemen bij deze thematiek.  


1. Belangrijke juridische principes
1.1 Ouderlijk gezag

Sinds 1995 is co-ouderschap het uitgangspunt. Samenlevend of niet, gehuwd of niet, ouders oefenen in principe steeds samen het ouderlijk gezag uit. Dit betekent dat ouders beslissingen met betrekking tot de opvoeding van de kinderen samen nemen. In de praktijk mag men ervan uitgaan dat beslissingen in verband met de school, bijv. studiekeuze, deelname aan schooluitstap, volgen van godsdienstles… door beide ouders samen genomen worden, ook al wordt de beslissing door 1 ouder meegedeeld.

Zo mag de school bijv. een leerling inschrijven, ook al is maar 1 ouder aanwezig op het moment van inschrijven. Als de school vermoedt dat er onenigheid is over de inschrijving (bijv. over de school- of studiekeuze), moet zij de inschrijving weigeren. Alleen als de leerling 12 jaar of ouder is, telt zijn/haar stem mee in geval van onenigheid.

Stiefouders of plusouders nemen vaak een grote rol op in de opvoeding van hun stiefkind(eren). Op het vlak van ouderlijk gezag hebben zij echter geen enkele bevoegdheid. Dit is eveneens zo voor grootouders, al kunnen zij wel een omgangsrecht afdwingen. Stiefouders, plusouders en grootouders kunnen niet rechtstreeks geïnformeerd worden door de school tenzij de natuurlijke ouders hiermee instemmen.

Naast co-ouderschap, zijn er ook andere regelingen mogelijk. Zo kan de rechter uitspreken dat bepaalde beslissingen aan 1 ouder toegekend worden of dat deze ouder zelfs het recht heeft om alleen te beslissen. Dit laatste is het exclusief ouderlijk gezag. De andere ouder blijft wel het recht op toezicht op de opvoeding en het recht op informatie behouden. Alleen in heel uitzonderlijke gevallen, bij ontzetting uit de ouderlijke macht, verliest de ouder deze rechten. De school moet zich steeds beroepen op de uitspraak van de rechtbank.

Wat de situatie ook is, van de school en de leraren wordt een neutrale houding tegenover beide ouders verwacht. Zeker wanneer er sprake is van een vechtscheiding is dit niet vanzelfsprekend. Bij conflicten zal het de familierechter zijn die knopen doorhakt met het belang van het kind voorop.


1.2 Recht op informatie

Ouders hebben recht op informatie over het functioneren van hun kind op school. Dit geldt ook voor ouders die (in geval van exclusief ouderlijk gezag) het ouderlijk gezag niet uitoefenen. Zij behouden een recht van toezicht op de opvoeding en hebben daarom het recht geïnformeerd te worden door de school. Beide ouders hebben dus het recht rapporten in te zien, uitgenodigd te worden voor oudercontacten en op de hoogte gebracht te worden van bepaalde maatregelen. Enkel een ouder die door de rechter ontzet werd uit het ouderlijk gezag, heeft geen recht op informatie.

Wanneer beide ouders het ouderlijk gezag hebben (en dit is in de meeste gevallen), wordt verondersteld dat zij zelf de nodige informatie aan elkaar doorgeven. Toch kan de school niet automatisch veronderstellen dat de informatie beide ouders bereikt. Het wordt dus sterk aangeraden om voor een oudercontact, gesprek over de leervorderingen, orde en tucht… beide ouders uit te nodigen.

De school kan in het schoolreglement algemene afspraken opnemen, bijv. de afspraak dat er in principe slechts 1 oudercontact per leerling georganiseerd wordt. Concrete afspraken over de informatiedoorstroming tussen school en ouders, kunnen op het inschrijvingsmoment aan bod komen.

2. Het welzijn van de leerling
2.1 Loyaliteit(sconflict)

Een belangrijk concept om de gevolgen van echtscheiding te begrijpen bij kinderen, is het concept loyaliteit. Sinds ongeveer 1950 gebruikte de Hongaar Ivan Nagy dit begrip om zijn contextuele theorie uit te werken. Eén van de centrale ideeën is de onvoorwaardelijke loyaliteit tussen ouders en kinderen en vice versa. Het is een gecombineerd gevoel van verbondenheid (betrokkenheid, aanhankelijkheid, genegenheid…) en trouw (verantwoordelijkheid, rekening houden met, opkomen voor, verdedigen…).

Wanneer ouders scheiden dreigen kinderen in een loyaliteitsconflict terecht te komen. Dit is vooral zo als de echtscheiding een vechtscheiding of een hoog conflictueuze scheiding wordt. In dat geval kunnen kinderen niet meer loyaal zijn tegenover beide ouders tegelijk. Ze maken spontaan (of gedwongen) een emotionele keuze voor de ene of andere ouder.

Er kan van leraren niet verwacht worden dat ze therapeuten zijn die de emotionele problemen van hun leerlingen oplossen. Er kan ook niet verwacht worden dat ze bemiddelen tussen ouders. Anderzijds zijn leraren bezorgd om de emotionele ontwikkeling van hun leerlingen en kunnen ze niet anders dan betrokken zijn. Zij hebben een grote invloed op leerlingen en betekenen veel door een veilige haven te bieden, te laten voelen dat ze bekommerd zijn, er zijn om te luisteren. Maar… dit alles vanuit een neutrale opstelling tegenover beide ouders.


2.2 Rouwproces

Het verwerken van een echtscheiding is voor kinderen een soort rouwproces. Hoe goed ouders ook hun best doen de gevolgen te beperken, het blijft een schok voor kinderen en de verwerking neemt vaak enkele jaren in beslag. Doorgaans spreken we over 2 jaar vooraleer kinderen zich aanpassen.

Allerlei gevoelens steken de kop op:

  • Onverschilligheid: in het begin kunnen kinderen de neiging hebben om de scheiding te ontkennen. Ze hopen dat alles nog goed zal komen en onderdrukken hun gevoelens.
  • Angst: na de ontkenning, komt de angst. Op volwassenen kan je blijkbaar niet rekenen, zo ervaren kinderen het wegvallen van de vertrouwde veiligheid. Scheidingsangst, fobieën, lichamelijke klachten… kunnen optreden als gevolg.
  • Boosheid: wanneer kinderen beseffen dat de scheiding wel degelijk een feit is, kan dit gepaard gaan met boosheid tegenover de (vermeende) schuldige ouder. Ook gedragsmoeilijkheden, driftbuien, nachtmerries… zijn mogelijk.
  • Verdriet: scheiden betekent verlies van het gezin, het vertrouwde huis, de school… Kinderen kunnen als gevolg hiervan een daling hebben in interesses, minder actief zijn of zelfs een stapje terug zetten in hun ontwikkeling (bijv. terug bedplassen).
  • Schuld: niet zelden geven kinderen zichzelf de schuld. Ze denken dat zij de oorzaak zijn van de scheiding omdat de ouders ruzie maakten over bijv. de opvoeding.
  • Aanvaarding: hoe moeilijk ook, uiteindelijk zal de scheiding aanvaard moeten worden. Het spreekt voor zich dat dit bij een vechtscheiding gecompliceerder is dan bij een ‘nette’ scheiding.
3. De ouderwerking op school

Het maken van afspraken over de communicatie is uiteraard de verantwoordelijkheid van de school en de ouders zelf. Toch kan de ouderwerking op school haar steentje bijdragen.

  • Toelichting vragen aan de school over het algemeen beleid inzake gescheiden ouders: hoe pakt onze school dit aan? Is er een uitgeschreven plan? Ziet de ouderwerking hiaten of verbeterpunten? Wat is mogelijk binnen het wettelijk kader? Wat is haalbaar voor de school?
  • Praktische hulp aanbieden: bijv. bij het opstellen van een sjabloon om de praktische afspraken op te noteren, nagaan of de afspraken in het schoolreglement duidelijk zijn, mee nadenken over hoe de school optimaal kan communiceren…
  • Nagaan of er interesse is voor een infoavond over het thema echtscheiding. Dit kan ook nuttig zijn voor ouders die niet in een echtscheiding zitten: bijv. wat zijn de gevolgen voor de kinderen en hoe kan je hen helpen, hoe ga je om met bevriende koppels die scheiden…
  • De gewoontes inzake communicatie van de ouderwerking naar alle ouders onder de loep nemen: stroken deze met het beleid van de school en met de wettelijke verplichtingen?
  • Discretie als de ouderwerking persoonlijke informatie te weten komt, bijv. een leerling die niet gefotografeerd mag worden.
  • Een neutrale houding aannemen in geval de ouderwerking geconfronteerd wordt met ruziënde partners: bijv. de ene ouder deelt mee niet aanwezig te zijn op een activiteit als de andere partner ook komt.
  • Rekening houden met nieuw samengestelde gezinnen bij bijv. beperkte plaatsen voor schooltoneel, grootouderfeest…
  • Overleggen met de school hoe stiefouders of plusouders betrokken kunnen worden bij de ouderwerking. Stiefouders of plusouders kunnen wettelijk gezien niet toetreden tot de ouderraad. Hoewel de VCOV engagement van stiefouders en plusouders op school toejuicht, kan dit gevoelig liggen voor de natuurlijke ouders en dient er omzichtig mee omgesprongen te worden.
Bronnen


September 2021

Feedback geven