Visietekst: Ouderbetrokkenheid als basis

Zoeken

Visietekst: ouderbetrokkenheid als basis
Inhoud

Inleiding
1. Wie is deskundig?
2. Feiten en definities
3. Ouderbetrokkenheid door welke bril bekeken?
4. Ouderbetrokkenheid onder onze loep
5.’Wat hebben we hieruit geleerd?’
6. Wat betekent dit voor de school?
7. Wat betekent dit voor de ouders?
8. Besluit
Addendum: het participatiehuis als kijkwijzer
Participatiehuis :voorbeelden
Participatiehuis : visuele voorstelling

Inleiding

De COB, de cel ouderbetrokkenheid van de drie ouderkoepels GO!-ouders, KOOGO en VCOV, heeft zich als doel gesteld een visie op ouderbetrokkenheid voor te stellen die gebaseerd is op de ervaring en inzichten van de 3 ouderkoepels.
De wetenschappelijke bijdragen rond ouderbetrokkenheid werden eveneens in deze tekst verwerkt om onze visie en de werking rond ouderbetrokkenheid te optimaliseren. De inventarisatie en verwerking hiervan kan het voorwerp van onderzoek zijn van een stagiair bij de COB of kan het onderwerp zijn van een scriptie.
Met deze visietekst willen we de dynamiek rond ‘ouderbetrokkenheid’ en ‘ouderparticipatie’ verder ontwikkelen voor de ouderwerking in Vlaanderen.

Aan de hand van de vertaling van onze visie naar de scholen toe, hopen we het sensibiliseringsproces rond de voordelen van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie bij directies en leraren voort te zetten.

Niet elk middel is goed om dit sensibiliseringsproces op gang te brengen of in stand te houden. De COB engageert zich om te zoeken naar die wegen die het meest aansluiten bij de noden van de onderwijswereld in het algemeen en de ouderwerkingen in het bijzonder. Alleen op deze manier kan men ouders maximaal stimuleren om te participeren aan het ruime schoolgebeuren. Alleen op deze manier zullen scholen de wegen van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie verder verkennen, als invalsweg of als hoofdweg naar een oudervriendelijke school. Niet onbelangrijk is het effect dat het welbevinden van de leerlingen gestimuleerd en/of verhoogd kan worden.

1. Wie is deskundig?

Wie is het best geplaatst om iets te vertellen over zijn kind? De ouders!
 
En wie is het best geplaatst om iets te vertellen over ons onderwijs? Degenen die erin ‘staan’: de leraren, de directie en andere leden van het schoolteam.
In de praktijk van het schoolleven van alledag ontmoeten leraren en ouders elkaar regelmatig aan de schoolpoort, tijdens oudercontacten, in het kader van het zorgbeleid, tijdens schoolfeesten, tijdens buurtcontacten, ...
Leraren ervaren tijdens deze momenten bevestiging vanwege de ouders, maar er zijn ook vragen. Hetzelfde geldt voor ouders. De leefwereld van het gezin en de leefwereld van de school verschillen immers van elkaar. Zij hebben elk hun eigen waarde en hebben invloed op elkaar. Hierin liggen kansen tot ontmoeting, wederzijdse erkenning en verrijking omdat in beide leefwerelden het kind/de leerling centraal staat.

Hoe kunnen ouders en leraren elkaar vinden, elk vanuit hun deskundigheid en grote betrokkenheid op het leer-en opvoedingsproces van hun dochter of zoon? De leerling van het basis onderwijs wordt begeleid in het ‘eigenaar zijn’ van zijn leer-en levenstraject en de leerling van het secundair onderwijs is er de eigenaar van. Dit heeft ook gevolgen voor de rol die ouders innemen: hoe gaan we om met het feit dat – vooral in het secundair onderwijs – de leerling zelf meer en meer bepaalt welke rol ouders spelen in zijn leer-en levenstraject?
Of, wat is vanuit ieders standpunt bekeken een goede vorm van ouderbetrokkenheid? Is er een behoefte om hierin een stapje verder te gaan? Wat wil de school aan concrete medewerking van de ouders? Wat willen en kunnen ouders bijdragen aan de school als onderwijsverstrekker en als partner in de opvoeding?

2. Feiten en definities

Wie herinnert zich niet hoe zijn of haar ouders geïnteresseerd waren in onze schoolse prestaties? En wie herinnert zich niet hoe fijn het was met je schoolervaringen bij een ouder terecht te kunnen?
Ouderbetrokkenheid begint met andere woorden thuis.

Maar, er is ook een andere vorm van ouderbetrokkenheid die verder gaat en aanleiding geeft tot concrete ouderparticipatie op school: de leesmoeder en leesvader, de ouder-verkeersopzichter, het lid van de ouderraad of schoolraad, het bijwonen van infoavonden en oudercontacten, … het zijn alle waardevolle momenten of activiteiten waarop ouders op een andere manier contact hebben met een school.

Deze vaststelling dwingt ons een onderscheid te maken tussen ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie. Uitgangspunt hierbij is het actorschap van de ouder(s) zelf, onder welke vorm dan ook.

Ouderbetrokkenheid = elke vorm van bezorgdheid om, interesse in en ondersteuning van het eigen kind.
Ouderparticipatie maakt ouderbetrokkenheid zichtbaar en overstijgt het belang van het eigen kind. Het is de veruitwendiging van het engagement van ouders met betrekking tot een context of organisatie.

In ons geval is dit de school van hun kind. Zij moet de nodige randvoorwaarden scheppen en de ouders stimuleren opdat de ouder tot ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie kan komen.
Samen met de school werken ouders op een formele en informele manier aan het bevorderen van het onderwijs- en opvoedingswelzijn van alle kinderen en jongeren.
Het participatiehuis dat we op het einde van deze tekst voorstellen, illustreert de evolutie van ouderparticipatie, vorm gegeven vanuit een steeds groeiende ouderbetrokkenheid, gebaseerd op vertrouwen. De overgang van ouderbetrokkenheid naar ouderparticipatie is niet strikt af te bakenen, maar ouderbetrokkenheid is wel de voorwaarde tot ouderparticipatie. Beide zijn voor ons evenwaardige ‘partners’ in het uitbouwen van goed onderwijs.

3. Ouderbetrokkenheid door welke bril bekeken?

De COB geeft zich rekenschap van het feit dat er in de onderzoeken rond ouderbetrokkenheid uiteenlopende standpunten zijn rond de eigenheid en het nut van ouderbetrokkenheid.
Wij gaan ervan uit dat ouderbetrokkenheid een gunstige invloed heeft op het leerproces en de algemene vorming van de leerling.
Ouders zijn belangrijk in het leer-en opvoedingsproces. We bevelen aan dat ouders participeren aan datgene wat zo belangrijk is opdat iemand slaagt in zijn/haar loopbaan: het onderwijs of het hele schoolgebeuren.
Binnen het gezin en de school, maar ook in een leerproces is het belangrijk dat kinderen en jongeren zich kunnen identificeren met een rolmodel. Ouders en leraren zijn de ‘coachen’ die deze rol kunnen vervullen.

4. Ouderbetrokkenheid onder onze loep

Elke ouder is een betrokken ouder.

Ouderbetrokkenheid thuis is op de eerste plaats goed voor betere schoolse prestaties! En kinderen en jongeren voelen er zich gewoonweg beter bij. Het is de taak en de uitdaging van de school om alles in het werk te stellen opdat leerlingen en ouders zich goed voelen op school.
Algemeen kan men daarom stellen dat het creëren van een positieve sfeer en het zich positief uitlaten over de mogelijkheden – daar gaat het toch om in iemands onderwijsloopbaan - van het kind belangrijk zijn voor een … positief effect.
Het is noodzakelijk dat deze instelling aanwezig is bij de ouders én de school. Nog belangrijker is dat men deze instelling bij elkaar herkent, erkent en waardeert. De dialoog die vanuit deze invalshoek ontstaat, opent ruimere perspectieven voor de leerling en draagt bij tot wederzijds begrip tussen leraren en ouders.(zie verder)

Is ouderbetrokkenheid in deze context een voorwaarde voor ouderparticipatie?

Het betrekken van ouders is een absolute voorwaarde om te komen tot het wederzijdse engagement dat men van elkaar verwacht. Alleen zo kunnen leraren en ouders van de opvoeding en vorming van jongeren een succesverhaal maken.
Ouders voelen zich het meest gewaardeerd als er wederzijds respect is, als ze zich gewaardeerd voelen als positief kritische bondgenoten. Open en eerlijke communicatie en erkenning van elkaars deskundigheid staan centraal in zo’n relatie.
Vanuit de ouderwerking realiseert de COB zich dat dit moeilijker te realiseren is in het secundair onderwijs omdat het kleinere kader van juffen en meesters van het basisonderwijs daar plaats maakte voor een groter aantal vakleraren. Deze vaststelling belet niet dat ouderbetrokkenheid een aandachtspunt/werkpunt moet zijn van het hele schoolteam.
Scholen moeten daarom een beleid voeren waarin plaats is voor een relatiecultuur, zowel formeel als informeel. Naast formele oudercontacten, zijn er legio andere mogelijkheden tot informeel contact: een open klasdag, een restaurantdag, een wetenschapsdag, een projectdag Europalia, een vakoverstijgend project, sportwedstrijden …
Om zich welkom te voelen op school, moet een laagdrempelige cultuur op school aanwezig zijn. Men moet zich in alle opzichten welkom voelen op een school. Zo kunnen ouders concreet participeren aan de vorming van hun kind en dit in de ruimste betekenis van het woord.

5.’Wat hebben we hieruit geleerd?’

De doelstelling van de COB is instrumenten aan te reiken om de ouderbetrokkenheid te stimuleren. Hierin liggen kansen voor de ouderraden, de ouderwerking en de school.
Voor de scholen geven we enkele basisvoorwaarden om ouders te betrekken bij de school.

De school moet duidelijk maken:

  • welke haar verantwoordelijkheden zijn en wat ze van de ouders verwacht vanuit het pedagogisch project en wat betreft het opvolgen van de prestaties op school. Welke ouder is er niet bekommerd om de opvoeding van zijn kind? Welke ouder is er niet geïnteresseerd in de harmonische ontwikkeling van zijn kind?
  • dat ouders in zichzelf moeten geloven wat betreft hun capaciteiten daarvoor. Jongeren hebben niet steeds behoefte aan een ouder met vakkennis. Gezonde belangstelling of interesse tonen voor schoolse aangelegenheden is niet het voorrecht van een kleine elite. Iedereen kan dit of … kan daartoe gestimuleerd worden! De onbekendheid van ouders met de onderwijswereld speelt hier parten.
  • dat regelmatig contact met de school belangrijk is. Dit leidt uiteindelijk tot nog meer positieve contacten! Het deelnemen aan een oudercontact/moment is een must om de schoolloopbaan optimaal te laten verlopen.
  • dat een gelijklopende visie over samenwerking, vorming en opvoeding belangrijk is en dat dit door beide partijen moet uitgedragen worden. Compromissen over de gehanteerde waarden, normen en achtergronden zullen nodig zijn.
  • dat mogelijke drempels er zijn om overwonnen te worden. Wie minder goede herinneringen bewaart aan zijn schoolloopbaan, kan alleen door positieve ervaringen met de school van zijn/haar kind gemotiveerd worden om betrokken ouder te worden of te zijn.

Wanneer scholen tot slot ouderbetrokkenheid hoog in het vaandel voeren, bevorderen ze een open, eerlijke en verstaanbare communicatiecultuur met elkaar. Hierin staat het welbevinden van de leerling centraal als gezamenlijk belang.

6. Wat betekent dit voor de school?

Werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie stimuleren zijn doelstellingen die moeten leven in een school. Deze doelstellingen moeten niet nagestreefd worden omdat de wetgever dit belangrijk vindt. Men moet dit doen omwille van het belang voor al de onderwijspartners, de leerlingen op kop.
Scholen die expliciet werken aan ouderbetrokkenheid, weten dat de leefwerelden van heel wat gezinnen verschillen met de leefwereld waaruit de leraren komen.
Daarom is het goed de kennis, het inzicht en de vaardigheden hieromtrent van het onderwijzend personeel te verruimen. Wanneer men openstaat voor andere culturen of socio-economische milieus, gaat er een wereld open. Meer nog, het biedt nieuwe perspectieven tot samenwerking met ouders in het belang van de leerling. Diplomatie en wederzijds respect zijn belangrijk omdat bepaalde doelgroepouders zich snel beoordeeld of zelfs veroordeeld voelen door degenen die zij net hoog inschatten, de lerarengroep.
Helemaal toegespitst op de individuele leerling, siert het een school als men voldoende rekening houdt met de (problematische) gezinssituatie van een leerling. Moet een ongelijke gezinssituatie op school perse behandeld worden op het niveau waarop iedere modale gezinssituatie benaderd wordt? Bepaalde vormen van positieve discriminatie kunnen resulteren in betere leerprestaties van de leerling. En de school kan via deze aanpak ook makkelijker een beroep doen op deze ouders.
De COB ziet hierin kansen om de platgetreden paden te verlaten en te zoeken naar nieuwe manieren van omgaan met ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie. (zie verder bij de voorbeelden)

7. Wat betekent dit voor de ouders?

Ouders moeten weten dat hun kind slechts gedurende een beperkte tijd op school aanwezig is. Het is vanuit het oogpunt van ouderbetrokkenheid daarom belangrijk deze tijd kwalitatief goed in te vullen. Ons onderwijssysteem biedt kwaliteit, maar dit ontslaat ons niet van de opdracht het te blijven optimaliseren in het belang van leerlingen en ouders.
Kritiek mag er zijn, maar moet constructief zijn. Geen van beide partijen mag eventuele kritiek opvatten als persoonlijk falen. Een crisis op school vraagt om op een gepaste en serene manier opgelost te worden. Moet men als ouder meegaan in de steeds meer voorkomende juridisering van een probleemsituatie? Een ouderbetrokken school pleit immers voor overleg om tot een oplossing te komen en dit vanuit een ingesteldheid waarbinnen men elkaars grenzen van bevoegdheden respecteert. Een juiste inschatting/afbakening van de taakbelasting van leraren – en ook van de ouders -is belangrijk zodat al te hoge verwachtingen worden uitgesloten.
Een goede communicatie – formeel en informeel - staat tot slot centraal in een ouderbetrokken school. De door de school gevoerde communicatie en de communicatie van de ouders naar de school moet in een juiste context verstaan worden. Al te vaak neigt men “selectief” naar elkaar te luisteren omdat men elkaars leefwereld onvoldoende kent. Ouderbetrokkenheid vraagt het tegendeel, namelijk dat men in alle openheid luistert naar elkaars boodschap of vraag.
Zowel voor de ouders als het onderwijzend personeel is hier een taak weggelegd. Beide groepen moeten in en buiten de school loyaal staan tegenover een school die werk maakt van geïntegreerd en ouderbetrokken te zijn.

8. Besluit

Ouderbetrokkenheid is tegelijk een doel en een middel.

Door de samenwerking tussen de ouders en de school te beklemtonen, opent een school perspectieven voor de leerlingen en hun ouders. Leerlingen ervaren een open klimaat tussen ouders en de school als een stimulans voor betere leerprestaties.
Als er vanuit een wederzijds respect met elkaar kan gesproken worden, spreekt men van een constructieve dialoog tussen de ouders en de school. Elke betrokkene wil gezien worden als een ervaringsdeskundige op zijn/haar terrein. Als ouders en scholen elkaar daarin kunnen vinden, is ouderbetrokkenheid een feit.
Waar een school zelf contact zoekt met ouders, groeit er een vertrouwensband. Een laagdrempelige school zal de contacten met ouders dan niet alleen zien toenemen, er kan zelfs een heuse ouderwerking uit ontstaan. Naast praktische hulp, kan een ouderwerking de standpunten van ouders naar voor brengen in de besluitvorming rond onderwijsaangelegenheden op school. En omgekeerd kan de ouderwerking een enorme hulp zijn in de vertaling van veranderingsprocessen op een school.
Ouderbetrokkenheid is met andere woorden van groot belang om het proces waar te maken waar iedereen van droomt: een toegankelijke school waar elke leerling zijn onderwijsdromen waar kan maken.

Addendum: het participatiehuis als kijkwijzer

Onderstaand schema maakt één en ander duidelijk vanuit het grote belang dat gehecht wordt aan het “mee-“ realiseren van ouderbetrokkenheid in een “open” school. Dit participatiehuis moet bekeken worden vanuit de schoolcontext ook al is het mogelijk hier andere contexten op toe te passen.
In het schema wordt duidelijk gemaakt dat ouderbetrokkenheid, gegrondvest op een vertrouwensrelatie, de basis vormt om participatie te laten evolueren. (Schoolse) ouderparticipatie is dan de veruitwendiging van ouderbetrokkenheid in de organisatie die school heet. De vorm van het schema maakt duidelijk dat er van een hiërarchie geen sprake kan zijn.
Eerder vermeldden we dat de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie niet strikt af te bakenen zijn. Ouderparticipatie maakt de betrokkenheid van ouders wel zichtbaar.
Het participatiehuis als kijkwijzer helpt om de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie op school in beeld te brengen. Als werkinstrument helpt het om de reeds bestaande initiatieven te kaderen. Tegelijk kan het de aandacht vestigen op mogelijke werkpunten.
We brachten de bestaande ideeën rond participatie samen in onderstaand participatiehuis. De ouderwerking van de drie ouderkoepels gold daarbij als referentiepunt.
Andere benaderingswijzen zijn mogelijk, maar voor de COB sloot het participatiehuis het meest aan bij een laagdrempelige en praktische benadering van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie.
Het wederzijds vertrouwen vormt het noodzakelijk fundament voor de drie actoren in een school: de ouder(s), de leerling en de school.
De vijf bouwstenen (samen, open, constructief, gelijkwaardig en respectvol) die mee het fundament vormen van het participatiehuis, zijn noodzakelijk voor de interactie met elkaar.
De muren van het participatiehuis bakenen de verschillende kamers af. Hierin wordt de wisselwerking tussen de verschillende actoren op een school in beeld gebracht.
 
OB en OP kan zich uiten op verschillende manieren. Het kan gaan van het empathisch meeleven met het schoolgebeuren tot het mee verantwoordelijkheid opnemen voor het geheel. Enkele voorbeelden per niveau maken dit duidelijk!

Participatiehuis: voorbeelden
  • ouder-kind / meeleven: belangstelling tonen door vragen als: hoe was het op school? Wat hebben jullie gedaan op school? Wat gebeurde er op school? Kortom, een luisterend oor bieden;
  • ouder-de klas-de school / meeleven: contacten aan de schoolpoort, interesse hebben voor vrienden op school en de school op zich, kinderen op tijd naar school brengen;
  • ouderwerking-de school / meeleven: openstaan voor de aandachtspunten (projecten, sensibiliseringsacties, een optreden bijwonen …) die vanuit de school worden aangebracht en vice versa, teambuilding met de lerarengroep;
  • ouderwerking-alle ouders / meeleven: aanvoelen welke noden, vragen en verwachtingen er leven in de brede groep van ouders;

  • ouder-kind / meeweten: op de hoogte gehouden worden van en zich informeren over activiteiten die rechtstreeks met hun kind hebben te maken, belangstelling tonen voor de schoolkalender (opvolging van de activiteiten en praktische gevolgen daarvan), de schoolkrant, de website van de school, rapport inkijken;
  • ouder-de klas-de school / meeweten: een gericht communicatiebeleid voeren rond bijv. de startavond, het schoolreglement, de schoolkosten; leraren houden de ouders op de hoogte (bijv. via smartschool) van belangrijke gebeurtenissen op school of in de klas (ziekte, overlijden), de schoolkalender en schoolkrant en website raadplegen;
  • ouderwerking-de school / meeweten: op de hoogte gehouden worden van de concrete werking van de school, als partner betrokken worden in veranderingsprocessen (bijv. de invoering van een nieuw rapport); ouders kunnen een brugfunctie uitoefenen, een luisterend oor bieden, een sensibiliserende rol spelen op school;
  • ouderwerking-alle ouders / meeweten: op de hoogte blijven van wat er bij de ouders leeft; ouders sensibiliseren rond veranderingsprocessen; samen met de school een informatieavond organiseren;

  • ouder-kind / meehelpen: huiswerkbegeleiding door de ouder(s), schoolagenda opvolgen;
  • ouder-de klas-de school / meehelpen: deelnemen aan klusjesdagen, leesmama of leespapa zijn, huiswerkbegeleiding door ouders, deelname aan de beroepsinfodagen op school, deelnemen aan vakoverstijgende projecten, mee instaan voor het vervoer van leerlingen;
  • ouderwerking-de school / meehelpen: schoolfeest mee vorm geven, schooluitstappen begeleiden, kinderopvang organiseren tijdens de oudercontacten, op de dag van de leerkracht het toezicht op de speelplaatsen doen, bloemen bezorgen;
  • ouderwerking-alle ouders / meehelpen: voorleestasjes voor elke ouder maken; de ouderwerking en de resultaten hiervan ‘uitdragen’, hulp bieden bij de opendeurdag, een jobbeurs organiseren;

  • ouder-kind / meedenken: studiekeuzeproces begeleiden, manier van studeren verfijnen, motiveren;
  • ouder-de klas-de school / meedenken: deelnemen aan het oudercontact, de ouderbevraging invullen, de engagementsverklaring lezen en naleven;
  • ouderwerking-de school / meedenken: deelnemen aan de ouderraad, overleg plegen met een afgevaardigde van het schoolteam of de directie over de algemene werking van de school, meewerken in de verkeerswerkgroep, het antipestbeleid, de werkgroep gezondheid en/milieu;
  • ouderwerking-alle ouders / meedenken: gebruik maken van de ideeënbus, meedenken over de realisatie van een veilige schoolomgeving en ouders aanzetten tot een verkeersvriendelijk gedrag, deelnemen aan acties rond gezonde voeding, deelnemen aan de schoolraad;

  • ouder-kind / meebepalen: ingaan op een uitnodiging van de klassenraad, de begeleiding van je eigen kind mee vorm geven (schoolprestaties, medische problematiek, …);
  • ouder-de klas-de school / meebepalen: expertise van een ouder aanwenden (bijv. een ouder-architect kan meedenken rond de herinrichting van de speelplaats, een ouder- compostmeester denkt mee over het milieubeleid op school);
  • ouderwerking-de school / meebepalen: deelnemen aan de schoolraad, activiteiten om de school te ondersteunen organiseren (financieel, pedagogisch, didactisch, sociaal-cultureel); inbreng/suggesties van ouders in het verfijnen van het pedagogisch project, het schoolreglement, overleg plegen rond thema’s van de schoolraad;
  • ouderwerking-alle ouders / meebepalen: de organisatie van de ouderwerking zelf, thema’s opvragen voor informatieavonden, een referendum organiseren en opvolgen, het organiseren van een algemene vergadering voor alle ouders vanuit de ouderwerking.

Heb je een vraag voor VCOV? Contacteer ons!

Feedback geven