Digisprong

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Digisprong

De coronacrisis zette het onderwijs op z’n kop.  Afstandsleren, digitaal onderwijs, online vergaderen, oudercontacten via videobellen… de digitalisering van onderwijs had plots nood aan een flinke boost.  De ICT-infrastructuur in veel scholen bleek verouderd, digitale leermiddelen waren niet overal ingeburgerd en veel leerlingen hadden geen toegang tot een ICT-toestel. 

De Vlaamse Regering wil daarom de achterstand in het digitale onderwijs ombuigen in een voorsprong: de Digisprong.  Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts voorziet hiervoor 375 miljoen euro.


Speerpunten en planning

De ‘Digisprong’ wil inzetten op 4 speerpunten:

  • Speerpunt 1: een toekomstgerichte en veilige ICT-infrastructuur voor alle scholen van het leerplichtonderwijs
  • Speerpunt 2: een sterk ondersteunend en doeltreffend ICT-schoolbeleid
  • Speerpunt 3: ICT-competente leerkrachten en lerarenopleiders en aangepaste digitale leermiddelen
  • Speerpunt 4: Een kennis-en adviescentrum ‘Digisprong’ ten dienste van het onderwijsveld

Scholen kunnen nu al beginnen aan de voorbereidingen van deze ‘Digisprong’ door na te denken over welke laptops of andere gelijkwaardige ICT-toestellen ze willen aankopen of leasen voor hun leerlingen.  Concreet wordt de Digisprong uitgerold vanaf volgend schooljaar (2021-2022) en hebben de scholen twee volledige schooljaren de tijd om de digitale sprong te maken.  

Verdeling van middelen

Alle basisscholen kunnen voor alle klassen vanaf het eerste kleuterklasje tot en met het vierde leerjaar toestellen voor gedeeld gebruik aanschaffen.  Ze ontvangen daarvoor 25 euro per leerling.  ‘Zo kunnen de jongste kinderen al proeven van digitaal onderwijs’, luidt het.  Voor het vijfde en zesde leerjaar is er 290 euro per leerling voorzien, zodat elke leerling vanaf het vijfde leerjaar toegang kan krijgen tot een eigen ICT-toestel.  

In het secundair onderwijs kunnen de scholen beschikken over 510 euro per leerling, omdat meer geavanceerde toestellen nodig zijn. De secundaire scholen krijgen de middelen gespreid over twee jaar. 

Er gaat daarbovenop ruim 50 miljoen euro naar ICT-infrastructuur, zoals internetverbinding, softwarepakketten, netwerkbeveiliging en randapparatuur. Op die manier krijgt elke school een bijkomend bedrag van 42 euro per betrokken leerling.  

Er wordt ook geïnvesteerd in de nodige omkadering voor scholen, onder meer met een sterker statuut voor de ICT-coördinator van de school, de uitbouw van digitale dienstverlening voor scholen en een kennis- en adviescentrum ten dienste van de scholen.  In de lerarenopleiding zal meer ingezet worden op digitale vaardigheden en er komen ICT-bootcamps voor leerkrachten.  Bedoeling is dat zowel de nieuwe als de huidige leerkrachten opgeleid worden in functie van digitale vaardigheden.  

Kosten voor ouders?

De schoolbesturen bepalen autonoom welk type ICT-toestel ze aankopen, huren of leasen om te delen of ter beschikking te stellen van de leerlingen. Mogelijk zijn de middelen vanuit Digisprong ontoereikend.  De overheid moedigt schoolbesturen echter aan om uiterste inspanningen te leveren om zo weinig mogelijk aan ouders door te rekenen.  Vanuit de principes van zorgvuldig bestuur kunnen kosten ook niet zomaar doorgerekend worden aan de ouders.  



  • Ook in het secundair onderwijs gelden strikte regels. Een huurprijs of een tussenkomst in de huurkoop is mogelijk, zoals ook een vergoeding voor het gebruik van handboeken mogelijk is.  Men mag ook een waarborg vragen voor het gebruik van een ICT-toestel van de school.  Een school in het secundair onderwijs geeft aan de ouders een overzicht van de financiële bijdragen via het schoolreglement. Het schoolreglement en dus ook de bijdrageregeling komen ter sprake in de schoolraad.  

Wie is eigenaar van de toestellen?

De aanbeveling is dat scholen zelf het eigenaarschap opnemen en goede afspraken maken met leerlingen over het gebruik. Als de school de toestellen zelf aankoopt en een leerling verandert van school of stroomt uit, blijft het toestel eigendom van de school.  

Het schoolbestuur kan ook kiezen voor een systeem waarbij de leerlingen gebruik maken van een eigen ICT-toestel.  In dit geval wordt op advies van de schoolraad een af te spreken bedrag in mindering van de schoolrekening gebracht.  

Scholen die nog in een lopend systeem zitten van huren, kopen, leasen of huurkopen, kunnen dit afwerken.  Mogelijk zijn er dan uitdoofscenario’s waarbij de leerling eigenaar wordt van het toestel of waarbij de school reeds betaalde schijven van de leerlingen terugkoopt.  

Meer gedetailleerde info over eigenaarschap en lopende overeenkomsten vind je in de FAQ’s op de website van Onderwijs Vlaanderen.  

Wat kunnen ouderwerkingen doen?

De ouderwerking kan een klankbord zijn voor de school om de plannen af te toetsen bijv. welk systeem verkiezen ouders: huren, leasing, bruikleen…? Welk bedrag is eventueel haalbaar als waarborg, verzekering…? Welke ondersteuning moeten ouders thuis geven en is dit realistisch? Daarnaast kan de ouderwerking de school helpen bij het informeren van ouders  bijv. bevat de infobrief alles wat ouders willen weten? Is het huurcontract duidelijk? Een informatieronde voor ouders is zeker een mogelijkheid: ouderwerkingen kunnen ouders informeren over de Digisprong en de plannen van de school. Ze kunnen, in overleg met de school, algemene informatie geven op een bijeenkomst van de ouderwerking, via hun Facebookpagina of nieuwsbrief.  

De ouderraad kan ook bezorgdheden van ouders verzamelen en deze doorgeven aan de directie en het schoolteam.  Zeker als het gaat over extra kosten en kwetsbare ouders is het belangrijk dat ouders gehoord en goed geïnformeerd worden. Je kan ook een Deel IT-punt starten op school.  

Het standpunt van de ouders in de schoolraad bijv. over de bijdrageregeling in het secundair onderwijs kan voorbereid worden door de ouderraad. 

Feedback geven