Methodiek: Ik ook!

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Methodiek: Ik ook! Verschillend, maar gelijkwaardig.

We zijn allemaal unieke menselijke wezens. Soms maakt dat unieke ons trots, soms schamen we ons er voor. Maar…  we delen dat we allemaal mensen zijn en dat schept verbondenheid!
Via deze methodiek ontdekken ouders dat ze allemaal verschillen, maar dat ze ook allemaal gelijkwaardig zijn. Het kan gebruikt worden als methodiek in de ouderwerking om stil te staan bij diversiteit en gelijkwaardigheid.

Hoe gaat het in zijn werk?

Tijd: 30 min
Groepsgrootte: 10-12 personen
Voorbereiding: Zet voor iedere deelnemer een stoel in een kring.

Eerste ronde

  1. Vraag aan iedere deelnemer om te denken aan een persoonlijk feit of karakteristiek waarvan hij/zij denkt dat het uniek voor hem/haar is en dat niemand anders in de groep ook heeft.
  2. Kies een persoon om te starten. Hij zegt wat een uniek feit is voor hem bijv. ‘ik ben 3 keer in Zweden op reis geweest.’
  3. Als dit een unieke eigenschap is, dan klapt de groep en gaat de beurt naar de volgende persoon in de kring.
  4. Als iemand anders deze eigenschap deelt, dan mag deze opstaan en roepen ‘Ik ook’.  Degene die zijn unieke eigenschap hoort overroepen, gaat op zoek naar een nieuwe unieke eigenschap. 
  5. De eerste ronde eindigt als iedereen iets heeft genoemd dat hem uniek maakt ten opzichte van de anderen.


Tweede ronde

  1. Nu start de tweede ronde. Leg uit dat we in deze ronde zoeken naar eigenschappen die iedereen in de groep delen. 
  2. Neem één stoel weg uit de kring en de roeper staat in het midden van de kring.  Hij/zij bedenkt iets wat hij/zij deelt met de rest van de groep bijv. ik hou van muziek. 
  3. Iedereen die dit ook vindt staat op en zoekt een andere stoel. Ook degene die in het midden van de kring staat probeert een lege stoel te vinden.
  4. Wie overblijft, wordt de roeper in het midden van de kring en moet opnieuw een gedeelde eigenschap afroepen. 

Bespreking
  • Praat over het spel en hoe de ouders zich voelen.
  • Wat was het makkelijkst? Eigenschappen vinden waarin we ons onderscheiden van elkaar? Of eigenschappen die we delen met elkaar?
  • Wanneer vinden we het fijn om uniek te zijn en wanneer vinden we het fijn gelijk te zijn aan anderen?
  • Denk aan de eigenschappen die je gekozen hebt: de kenmerken die je onderscheidden van de anderen, zou je deze wel gelijk hebben met andere mensen in andere groepen?
  • Zijn de gemeenschappelijke kenmerken ook gemeenschappelijk voor iedereen in de wereld? 

Tips
  • Deze activiteit moet snel gespeeld worden. Elke deelnemer mag maar 10 seconden hebben om na te denken. 
  • Speel het niet met een te grote groep. Als je meer deelnemers hebt, kan je best twee aparte groepen maken. 
  • Tijdens de tweede ronde is het mogelijk dat eenvoudige eigenschappen als ‘ik heb armen of benen’ verschillende keren worden genoemd. Moedig de deelnemers in dat geval aan om andere gemeenschappelijke eigenschappen te zoeken.
  • De spelleider speelt het spel gewoon mee met de groep.


Feedback geven