Het participatiehuis als basis om te communiceren met ouders

Zoeken

Dit document is enkel zichtbaar voor leden van de VCOV.
Word nu lid
Het participatiehuis als basis om te communiceren met ouders


Over het participatiehuis

De VCOV en de twee andere ouderkoepels (KOOGO en GO! ouders) gebruiken het participatiehuis om ouderbetrokkenheid en -participatie in beeld te brengen. Meer informatie hierover vind je in de brochure ‘Participatie op school’.
Het fundament van dit participatiehuis is vertrouwen. De vijf bouwstenen (samen, open, gelijkwaardig, constructief en respectvol) zijn de hoekstenen die de relatie ‘school-ouders’ en de dialoog ondersteunen.

De basis: vertrouwen als basis van eerlijke communicatie

Ouders en leerkrachten willen het beste voor de kinderen: ouders voor hun eigen kind en leerkrachten voor de kinderen die hen zijn toevertrouwd. Voor ouders zijn hun kinderen het ‘kostbaarste goed’ en zij vertrouwen hun kinderen toe aan de school. Ouders kiezen meestal bewust voor een bepaalde school. Dit kan allerlei redenen hebben:

  • Ouders hebben zelf school gelopen op de school die ze kiezen.
  • Ouders kiezen bewust voor een net of methodeschool (Katholiek, gemeentelijk, GO!, Steiner…).
  • Ouders kiezen op basis van de perceptie die er heerst over de school.
  • De school is de dichtstbijzijnde school.
  • Het kan zijn dat ouders een school van vijfde keuze hebben indien de school binnen een LOP-gebied ligt dat met een aanmeldingsregister werkt.
  • Ouders kiezen in functie van gemak (opvang, grootouders, naschoolse activiteiten…)
  • ...


Alle redenen die ouders hebben om voor een bepaalde school te kiezen, zijn voor een groot deel gebaseerd op vertrouwen.

Vertrouwen is wederkerig, dit wil zeggen dat leerkrachten vertrouwen hebben in de ouders die hen hun kinderen toevertrouwen. Het uiten van vertrouwen ligt in kleine dingen:

  • Wanneer ouders met een vraag komen, tijd maken om de ouders te beluisteren en hun vraag ernstig nemen. Probeer door het stellen van bijkomende vragen te achterhalen of ouders geen onderliggende boodschap hebben.
  • Begroet ouders: ’s morgens aan de klasdeur, ’s avonds bij het afscheid nemen, toevallig bij de bakker of de slager…
  • Spreek ouders aan vanuit een bezorgdheid wanneer er zich problemen voordoen. Vermijd een beschuldigende ondertoon, ouders zijn hier zeer gevoelig voor. Spreek ouders ook aan als er geen problemen zijn en alles goed gaat.
  • Bespreek tijdens formele oudercontacten niet enkel de resultaten of zaken die minder goed gaan. Bespreek zeker de sterktes en zaken die vlot lopen. Ouders raak je via hun kinderen, dus zorg ervoor dat je hen positief raakt.


Partnerschap

Ouders zijn geen last, maar een lust voor de school. Eén letter verschil maakt van ouders partners van leerkrachten. Een school draait niet enkel rond leerkrachten en leerlingen, ouders zijn de belangrijke derde partner. Hiervoor gebruiken we de driehoek ouders – team – leerlingen. Dit partnerschap impliceert een gelijkwaardigheid binnen de relatie:

  • Gebruik ouders in de klas:
    o    Nodig ouders uit om te komen spreken over hun beroep, hobby, cultuur…
    o    Laat ouders meehelpen: voorleesouder, begeleiding naar het zwembad…
    o    Maak gebruik van klasouders: laat anderstalige ouders elkaar helpen, breng nieuwe ouders in contact met ouders die de school kennen…
  • Bericht ouders regelmatig. Dit geeft hen het gevoel dat je hen belangrijk vindt. Doe dit op een aangepaste wijze, met zo min mogelijk jargon. Gebruik de communicatiekanalen die ouders gebruiken: briefjes, sociale media, digitale communicatie, aanspreken aan de schoolpoort…
  • Spreek geen ‘kwaad’ over de ouders in het bijzijn van kinderen. Voor ouders geldt hetzelfde: spreek geen kwaad over de leerkracht wanneer er kinderen in de buurt zijn. Eigenlijk is de regel ‘spreek geen kwaad’ in het algemeen! Wanneer leerkrachten de indruk wekken bij kinderen dat hun ouders fout zijn, zorgt dit ervoor dat kinderen zich in een spreidstand moeten plaatsen: zij zijn loyaal naar hun leerkracht én hun ouders toe. Soms geven volwassen zeer impliciet en ongewild kritiek op een andere volwassene, bijvoorbeeld: “Hoe heeft de mama jouw haar nu weer in een staartje geknoopt?” of “Typisch, jouw papa is dat briefje alweer vergeten te ondertekenen.”


Een gouden regel: ‘Neem ouders serieus!’

Iedereen expert

Ouders bouwen expertise op over hun eigen kind, zij zien hun kinderen buiten de schoolcontext. Leerkrachten bouwen expertise op binnen de schoolcontext. Zij zijn de professionals, zij zien de kinderen functioneren in groep, hebben zicht op het didactisch proces…

Het is de kunst om beide expertises te ‘erkennen’ en te ‘waarderen’:

  • Informatie van thuis kan gedrag in de klas verklaren. Neem de informatie die ouders geven over thuis mee als achtergrondinformatie. Andersom geldt ook: bespreek met ouders observaties vanuit de klas. Dit geeft ouders de kans om bepaald gedrag van hun kinderen thuis te verklaren.
  • Betrek ouders op het moment dat een kind extra zorg nodig heeft. Bespreek wat jij als leerkracht in de klas doet en wat ouders thuis kunnen doen. Informeer ouders wanneer je veranderingen doorvoert die invloed hebben op de wijze waarop het kind zorg krijgt. Ouders weten vaak wat hun kind ‘echt’ nodig heeft.

Meningsverschil

Ouders mogen een andere mening hebben dan de leerkracht, dit hoeft geen probleem te zijn. Het is wel een probleem wanneer partijen niet de moeite nemen om elkaars argumenten te beluisteren. Luisteren naar elkaars mening is een uiting van respectvol omgaan met elkaar.

  • Ouders zijn de emotioneel betrokken partij. Wanneer leerkrachten over hun kinderen spreken, gaat het vaak over de ouders zelf. Hiervan moeten leerkrachten zich zeer bewust zijn. Ouders reageren vaak emotioneel wanneer ze (slecht) nieuws ontvangen over hun kind. Zeker negatieve emotionele reacties zijn een uiting van een eerste (impulsieve) reactie. Op zo’n momenten is het goed om het gesprek af te ronden en de verdere bespreking uit te stellen naar een later tijdstip.
  • Leerkrachten zijn binnen de driehoek  ouders – team – leerlingen de professionelen en zullen zich binnen de communicatie professioneel opstellen. Laat je als leerkracht niet leiden door emotie. Wanneer de kans groot is dat de emoties hoog kunnen oplopen, zorg er dan voor dat je het gesprek niet alleen voert. Een directie, leerlingenbegeleider, zorgcoördinator, parallel-collega… kunnen aanwezig zijn tijdens moeilijke gesprekken. Ga in ieder geval moeilijke gesprekken aan. Het niet voeren van moeilijke gesprekken zorgt voor escalatie.
  • Niet alle ouders hebben dezelfde visie over opvoeding en onderwijs. Dit kan vele oorzaken hebben:
    o    In sommige culturen is onderwijs minder belangrijk dan in de westerse cultuur.
    o    Sommige ouders hebben zelf een negatieve schoolervaring en projecteren dit naar hun eigen kinderen.
    o    Andere ouders hanteren andere opvoedingswaarden thuis dan de algemeen ‘aanvaarde’ westerse waarden en normen.
    o    …
    Het is belangrijk om hier geen (waarde)oordeel over uit te spreken en deze meningen te respecteren zonder de eigen overtuiging te verloochenen. Soms geven leerkrachten onbewust een oordeel door hun eigen ‘leefwereld’ te projecteren naar ouders toe. Bijvoorbeeld: ‘Bij mij thuis mogen mijn kinderen enkel bij speciale gelegenheden snoepen…’ of ‘Bij mijn zoon is dat net hetzelfde, die kon dat ook niet.’ Ouders hebben hier vaak geen boodschap aan. De kans is zelfs groot dat ouders denken dat de leerkracht hun handelen/opvoeding als ‘minderwaardig’ beschouwen.

Feedback geven