Een ABC van onderwijsjargon met uitleg op maat van ouders
Diocesane Plannings- en Coördinatiecommissie
Scholen die een structuurwijziging willen doorvoeren, moeten dit voorleggen aan de DPCC. Per bisdom is er één DPCC voor het basisonderwijs en één voor het secundair onderwijs.
Met structuurwijziging bedoelt men:
• De oprichting, opheffing, afsplitsing en fusie van scholen en internaten, evenzeer wijzigingen aan de samenstelling van de scholengemeenschappen;
• De oprichting of afschaffing van structuuronderdelen;
• De herlokalisering of de herschikking van het bestaande onderwijsaanbod.
Directeur met coördinerende opdracht
De overkoepelende directeur in een scholengemeenschap. Deze afkorting wordt vooral gebruikt in het basisonderwijs.
Zie klassenraad
Dit is de derde graad van het secundair onderwijs of het 5de en 6de jaar
Zie REDICODI
Zie STICORDI
Het diploma van secundair onderwijs behaal je als je geslaagd bent in het laatste jaar van de 3de graad. In het aso, tso en kso is dat het 2de leerjaar van de 3de graad, in het bso is dat het 3de leerjaar van de 3de graad (7de leerjaar).
Zie REDICODI
Zie inspectie
Dit is de tweede graad van het secundair onderwijs of 3de en 4de jaar.
Scholen of LOP-gebieden die werken met een Dubbele contingentering bepalen een verdeling voor de gelijktijdige inschrijving van indicator- en niet-indicatorleerlingen. Samen vormen de twee contingenten 100%. Deze twee contingenten zijn gericht op het verkrijgen van een evenredige verdeling van indicator- en niet-indicatorleerlingen in de scholen gelegen in eenzelfde gemeente.
Leerlingen met dyslexie hebben problemen met lezen en/of spellen. Zelfs na veel oefenen blijft het omzetten van letters naar klanken (lezen) of van klanken naar letters (schrijven) moeilijk.
Leerlingen met dyscalculie hebben problemen met rekenen of wiskunde. Zelfs na veel oefenen blijft het automatiseren en het verkrijgen van rekenvaardigheden en -technieken moeilijk.
Leerlingen met dysfasie hebben problemen met spraak en taal. Deze leerlingen hebben moeite met het vinden woorden, maar begrijpen perfect wat de anderen zeggen.
Leerlingen met dyspraxie hebben een motorische ontwikkelingsstoornis. Dit leidt tot moeilijkheden bij het plannen en coördineren van handelingen (onduidelijk schrijven, onhandigheid, wanorde, moeilijkheden tijdens de turnles, pengreep…)
De leerkrachten die lesgeven in hetzelfde leerjaar, beslissen samen met de directeur aan het einde van het schooljaar of een leerling al dan niet slaagt. Dit noemen we de deliberatie. De delibererende klassenraad beslist over de toekenning van een oriënteringsattest, een getuigschrift, een studiegetuigschrift of een diploma.
Met de modernisering van het secundair onderwijs kan de leerling kiezen uit de differentiatiepakketten die de school aanbiedt. Een school zal minstens twee differentiatiemogelijkheden aanbieden. Afhankelijk van het aanbod van de school kan een leerling bijvoorbeeld kiezen voor de combinatie van een pakket Technologie en Wiskunde-Wetenschappen. Een combinatie van Latijn en Sport is ook mogelijk.
Elke leerling heeft recht op 'versterken' van vakken uit de basisvorming. Daarvoor kan de school de lesuren van het keuzegedeelte gebruiken. Een school kan nooit alle lesuren enkel 'versterken'. Een leerling moet altijd minstens één differentiatiepakket kunnen kiezen om te 'verkennen'.
Leerlingen die uitbreiding van de leerstof nodig hebben, kunnen zich 'verdiepen'.
Een domeinschool is een school met een tweede en een derde graad, waarbij in elk ingericht studiedomein ten minste één studierichting wordt georganiseerd.
Bij duaal leren leert je kind zowel op school als op een werkplek. Op
school krijgt je kind voornamelijk algemene vorming, terwijl het op de
werkplek de nodige vaardigheden aanleert. Scholen en ondernemingen
werken dus nauw samen om jouw kind op te leiden.